Noodkreet over lelijke gebouwen: ‘Veel Nederlandse nieuwbouw is verschrikkelijk’
We moeten oppassen dat Nederland niet volgebouwd wordt met goedkope meuk. De gigantische vraag naar nieuwe woningen mag niet leiden tot lelijke gebouwen waar we later spijt van krijgen.
Dennis Naaktgeboren 27-11-23, 03:00
Daarvoor waarschuwen deskundigen, nadat nota bene een erkende Amerikaanse architectuurcriticus de noodklok heeft geluid. ,,Het meeste dat in Nederland gebouwd wordt, is verschrikkelijk’’, stelt professor Aaron Betsky in een kritisch betoog. Dat is niet aan dovemansoren gericht. Vakgenoten herkennen de zorgen. ,,Wonen staat voor zo veel meer dan alleen zo veel mogelijk woningen voor zo weinig mogelijk geld, met zo veel mogelijk winst maken.’’
De Nederlandse architectuur is ‘saai’ geworden. En het meeste dat er in Nederland wordt gebouwd, is ‘verschrikkelijk’. Juist nu er in korte tijd veel woningen moeten worden gebouwd, gooit de Amerikaanse architectuurprofessor Betsky geen steen, maar een heel rotsblok in de vijver.
Nadat Nederlandse architecten twee decennia lang internationaal furore hebben gemaakt, is het volgens hem armoe troef. De Vinex-wijken, de nieuwbouwwijken, recent opgeleverde torens in Rotterdam en als ‘schoolvoorbeeld’ het Haagse cultuurpaleis Amare. Het zijn volgens de Amerikaan allemaal voorbeelden van hoe het niet moet. ,,Ik denk dat veel van de laatste generatie woningbouw in de Vinex-wijken en post-Vinex-wijken nogal verschrikkelijk is’’, zegt Betsky onomwonden.
Het Haagse cultuurpaleis Amare is voor hem het absolute dieptepunt, en niet alleen vanwege de ‘consultancy naam’. ,,Het is een hele saga. Ten eerste had dat gebouw van OMA (het Danstheater, red.) moeten worden bewaard en hergebruikt. Dat was natuurlijk moeilijk en duur, maar volgens mij was dat de moeite waard’’, zegt hij. ,,Dan gooit de politiek iets wat goed in elkaar zat en heel goed werkte op die plek eruit, en zet er iets neer dat niets te maken heeft met de omgeving, met de geschiedenis van de plek, met de manier waarop het gebouwd is, met de gebruiken. Het is gewoon een doos met wat palen ervoor. Het is een gedrocht.’’
Zo kan hij nog wel even doorgaan. ,,Kijk ook naar de nieuwe torens in Rotterdam. Toen het voor het eerst ging over Manhattan aan de Maas waren er allemaal mooie plannen. Maar uiteindelijk krijg je van die betonplaten en bakstenen zuilen die over alles uitsteken en ook niets te maken hebben met de plek waar ze staan. Ze drukken niets uit. Ze zijn alleen maar goedkoop.’’
Voor de goede orde, Betsky heeft op basis van zijn cv recht van spreken. De Amerikaan schreef meer dan twintig boeken over architectuur. Hij was onder meer directeur van Virginia Tech’s School of Architecture + Design, waar hij nog steeds doceert, van de elfde architectuurbiënnale in Venetië én van het Nederlands Architectuur Instituut. Zie daar zijn band met Nederland, waar hij ook in meerdere periodes van zijn leven heeft gewoond.
Juist omdat Nederlandse architectenbureaus als OMA (van Rem Koolhaas), MVRDV en UNStudio twee decennia verantwoordelijk waren voor de meest opvallende, innovatieve en experimentele architectuur ziet hij de huidige bouwsels met weemoed aan. ,,Waar zijn de nieuwe aanstormende firma’s?’’, vraagt hij zich af. Maar zelfs een internationale gigant als OMA zette in het centrum van Rotterdam een appartementencomplex neer (Forum) dat vanwege de gebrekkige afwerking een ‘Ikea-Koolhaas’ wordt genoemd. Een ‘middelmatig gebouw’ noemt Betsky het. ,,In de afgelopen vijftig à honderd jaar zie je dat de kwaliteit van de bouw steeds afneemt’’, stelt hij. ,,Iedere vijf jaar zie je dat alles dunner, goedkoper en slechter wordt.”
Sobere tijd
Om de discussie zuiver te houden, moeten we twee zaken splitsen. Eerst die saaie architectuur, dan de kwaliteit. Boring noemt Betsky veel van de huidige ontwerpen in Nederland. Dat wordt aan deze kant van de oceaan allerminst weersproken.
Rijksbouwmeester Francesco Veenstra erkent dat er een ‘saaiheid is ontstaan’ in de architectuur. In de jaren 90 stond architectuur volgens hem op de culturele agenda. ,,Dat heeft geleid tot experimentele, bijzondere architectuur en een architectuurklimaat.’’ De financiële crisis was een kantelpunt, waarna een nieuwe ‘sobere tijd’ is aangebroken.
Ook directeur Aric Chen van Het Nieuwe Instituut (waar het Architectuurinstituut in is opgegaan) spreekt van een ‘slappe periode’. ,,Niet vanwege een gebrek aan talent of ideeën, maar het hele klimaat is veranderd.’’ Chen benadrukt dat Nederland internationaal nog steeds bekendstaat om zijn design en architectuur. Maar toen hij anderhalf jaar geleden van Chicago naar Rotterdam kwam, viel hem op dat de sector amper nog durft te praten over die grootse en meeslepende daden uit het verleden. ,,Het was bijna alsof iedereen te veel gedronken had en het nu de ochtend erna is’’, aldus Chen. ,,We willen niet meer praten over wat er de vorige avond gebeurd is. Dat is prima, maar we moeten wel praten over hoe we weer vooruitkomen.’’
Hapklare brokjes
En dan komen we bij het tweede kritiekpunt, de kwaliteit van de gebouwen. Dáár moet de discussie vooral over gaan, wordt her en der benadrukt, want die zorgen leven breed. En dan niet over de kwaliteit van enkele iconen, maar om de kwaliteit van de gewone woningbouw. Zeker nu er een enorme bouwopgave ligt, waarbij er zo snel mogelijk zo veel mogelijk bijgebouwd moet worden. ,,We moeten niet sturen op groots en meeslepend, maar het middelmatige moet beter’’, zegt architect Ninke Happel.
,,We liepen ooit voorop als het gaat om ontwerpen. We maakten prachtige woonwijken, ik denk dat we dat helemaal kwijt zijn. Woningen zijn vaak alleen nog verkoopproducten. Hapklare brokjes, waarvan architecten alleen de gevel mogen ontwerpen.’’ Haar architectenkantoor Happel Cornelisse Verhoeven neemt zulke opdrachten niet aan. ,,Wonen staat voor zo veel meer dan alleen zo veel mogelijk woningen voor zo weinig mogelijk geld, met zo veel mogelijk winst maken.’’
Chen zag al veel ‘gedemoraliseerde architecten’ sinds zijn komst. Volgens hem is de rol van de architect gemarginaliseerd. ,,Vanwege de sociale en economische uitdagingen die alle aandacht vragen.’’ Op de vraag of hij het meeste dat hier gebouwd wordt ook verschrikkelijk vindt, is hij iets diplomatieker dan zijn landgenoot Betsky. ,,Maar is er veel waarvan ik denk: wat is dit mooi? Nee.’’ Zelfs Veenstra kon bij zijn aantreden als belangrijke kabinetsadviseur over architectuur twee jaar geleden geen enthousiasme veinzen. ,,Nederland is er niet per se beter op geworden’’, moest de kersverse Rijksbouwmeester tot zijn spijt constateren. ,,We moeten kwaliteit ook centraal stellen in de woonopgave’’, zegt hij nu. ,,Af en toe moeten we durven een pas op de plaats te maken om te kijken of we goed bezig zijn.’’
Architecte Ninke Happel
Hoorzitting over de kwaliteit
PvdA-Kamerlid Henk Nijboer herkent de zorgen. ,,Het is een groot risico als je alleen maar op volume en prijs stuurt, dat je dan over tien of twintig jaar kijkt: wat hebben we toen neergezet? Dat moeten we voorkomen. Niet alles is slecht, maar het is wel een zorg.” Hij regelde eerder dit jaar een hoorzitting in de Tweede Kamer om zijn zorgen te agenderen. ,,We hebben het in de Kamer erg vaak over de woningnood. Of er nou 1,5 miljoen of zelfs 2 miljoen huizen bij moeten komen. Ik vond het onderbelicht en een beetje verwaarloosd dat het ook mooi moet zijn en prettig wonen’’, aldus Nijboer. ,,Het ging alleen maar over volume, volume, volume. We moeten niet verwaarlozen dat het uitstraling moet hebben, origineel is en karakter heeft. Je kunt het maar één keer neerzetten, het staat er voor honderd jaar of meer.’’
Zelfs sociale huurwoningen hoeven niet met een beroep op de kosten tot armoedige, fantasieloze complexen te leiden. Als er maar een grotere rol is voor de architect, zegt Chen. ,,Er is een lange traditie van sociale woningbouw in Nederland, maar wie denkt daar nu nog goed over na?’’, vraagt hij zich af. ,,Ik ben niet anti-kapitalistisch, maar als je het alleen aan de markt overlaat, dan is dit het resultaat. Het is niet alleen een technische en economische opgave, maar ook een culturele opgave.’’
Nijboer is het daarmee eens. ,,Ik vind dat je niet alleen op volume moet sturen, maar ook op kwaliteit. Daarbij moet je niet alleen kijken naar gebouwen, maar ook de bredere leefomgeving. Je kunt bijvoorbeeld sturen op regelgeving; normen stellen voor gebouwen, aanbestedingsprocedures zodanig veranderen dat die gericht zijn op kwaliteit, et cetera. Daarnaast is geld ook belangrijk, zeker als het gaat om de kwaliteit en diversiteit van de leefomgeving. Heeft het karakter, heeft het gemengde wijken en wat wordt de unieke bouw van deze jaren 20 en 30? Dat heeft veel waarde, want iedereen geniet van de schouders van de architectuurgiganten waar we op staan. Dat geldt ook voor corporatiewoningen.’’
Hugo de Jonge
Ga er maar aan staan, als demissionair minister Volkshuisvesting. Wanneer de prioriteit vooral is dat starters een huis kunnen krijgen en andere (leeftijds)groepen kunnen doorstromen. Maar De Jonge sluit zijn ogen niet voor de zorgen. ,,Ja, de kwaliteit van onze bouw behoeft meer aandacht’’, erkent de CDA-bewindsman, die de maanden die hem nog rest volle kracht vooruit wil. ,,Er wordt mooi gebouwd, maar ook lelijk. En het blijft verrekte lang staan. Als je wat bouwt, zorg dan dat het kwaliteit heeft, daar mag meer aandacht voor zijn. Dat je als architect, ontwikkelaar of bestuurder afvraagt: als ik hier later met mijn kleinkinderen langs loop, ben ik dan trots? De marges staan onder druk. Het vergt creativiteit om de kwaliteit dan hoog te houden.’’
Oplossingen
Nog even terug naar Betsky. Wat ziet hij als oplossing? De kritische Amerikaan hamert op meer hergebruik van bestaande gebouwen. ,,Eén van de antwoorden als alles goedkoper wordt, is om niet nieuw te bouwen maar de kwaliteit van bestaande gebouwen te hergebruiken’’, zegt hij. ,,Zeker in een volgebouwd land als Nederland waar veel leegstand is, moet nagedacht worden over hergebruik als de fundamentele taak van de architectuur.’’
En hij vraagt architecten niet alleen naar de overheid en opdrachtgevers te wijzen, maar ook zelf creatiever te worden. ,,Architecten zeggen altijd dat het iemand anders’ schuld is’’, zegt hij. ,,Het is economisch steeds moeilijker geworden met minder kansen en begrotingen die worden teruggeschroefd, dat klopt. Maar de logica van het kapitalisme staat een ommekeer niet toe.’’
Hij hoopt dat Nederlandse architecten naar innovatieve oplossingen zoeken, bijvoorbeeld door het gebruik van artificiële intelligentie. ,,Met de manier waarop technologie kan worden gebruikt, speelde Nederland begin jaren 2000 ook echt een leidende rol’’, zegt hij. ,,Daarvoor liggen er nu mogelijkheden met AI. Wat mij fascineert, is dat AI het mogelijk maakt om én tradities en geschiedenis te gebruiken én dat op een effectieve en kosteneffectieve manier te doen. Daar gebeuren interessante experimenten mee’’.
Rijksbouwmeester Veenstra heeft er vertrouwen in dat jeugdige architecten weer van zich laten horen. Hij ziet de kentering. ,,De schraalheid van de post-financiële crisis die nu heeft geleid tot het dozen stapelen. En de eenduidigheid die we in de woningmarkt zien, wordt ook door de nieuwe garde echt zwaar bekritiseerd’’, constateert Veenstra. ,,En die gaat weer tot vernieuwing in de architectuur leiden, daar geloof ik honderd procent in.’’
https://www.ad.nl/economie/noodkreet-ov ... ~ac695a50/Wat kan mij het nou schelen of woningen lelijk zijn? Als ze maar betaalbaar zijn en van goede kwaliteit. Wat een ander lelijk vindt is toch niet belangrijk?
En laten we eerlijk zijn: architecten drijven met hun ontwerpen de prijs ook op terwijl wonen al duur is