Hoeveel controle gaan ze nog uitstrooien over de sectoren landbouw en visserij?
Vissers krijgen camera's aan boord voor controle Europese regels.
https://twitter.com/EMKvissers/status/1 ... 1221959685 Controle op zee;
Controle met drones;
Controle op logboek;
Controle met volgsysteem 24/7;
Controle bij de visafslag;
En nu: camera's aan boord. Verplicht.
En controle op land waar de adviesbureaus het nieuwe communisme ook niet meer kan bijbenen:
Adviesbureaus kunnen de vraag van boeren niet meer bijbenen
https://www.trouw.nl/duurzaamheid-econo ... ~bbc57c37/De enorme administratiedruk van de perceelsregistratie, de Gecombineerde opgave, dit jaar jaagt boeren in de armen van landbouwadviseurs. Die hebben de handen al vol aan hun vaste klanten. ‘We kunnen het niet bolwerken.’
Sebastiaan Grosscurt30 mei 2023, 19:57
De perceelsregistratie voor landbouwgrond, de Gecombineerde opgave, is dit jaar een pittige klus. “Je moet je voorstellen dat je een jaarlijkse WOZ-aanslag krijgt en dat er dan ook naar je tuin gekeken wordt. Je moet opgeven hoeveel stoeptegels en klinkers er zijn, welke planten erin staan, in welk jaar je deze hebt geplant en wanneer je denkt ze te gaan snoeien. Ook vragen ze wanneer je het gras gaat maaien, hoeveel kilo gras je vorig jaar hebt gemaaid en wat je daarmee hebt gedaan. Dan constateren ze dat je wat tegels moet wippen, omdat je te veel stenen in verhouding tot gras hebt.”
Dit is volgens boer Henk Smith de Gecombineerde opgave van dit jaar in een notendop. Op zijn tablet zoomt hij uit op de kaart om zijn hele bedrijf in beeld te krijgen. Er ontvouwt zich een doolhof aan oranje en roze kaders. Ieder kader geeft een perceel op zijn landbouwbedrijf aan, waar vervolgens automatisch bufferstroken in worden getekend. 117 percelen en stroken in totaal.
Hij moet dan nog beginnen met de landschapselementen – zoals bomen, houtwallen, droge sloten of watervoerende sloten – die elk apart moeten worden ingetekend en gecategoriseerd. “Ik denk dat het 250 percelen bij elkaar worden, voor 90 hectare landbouwgrond.”
Geen zeurboer
Smith wil niet als zeurboer in de krant komen. Er wordt al genoeg geschreven over de uitdagingen waarvoor de boerensector staat. Maar de realiteit is dat de perceelregistratie voor landbouwgrond dit jaar zo ingewikkeld is, dat Smith niet weet of hij het uiteindelijk zonder hulp van een landbouwadviseur gaat indienen.
“Veel mensen nemen de vlucht naar adviseurs omdat ze niet het risico willen lopen dat ze hun hele vergoeding kwijtraken omdat ze een klein dingetje zijn vergeten. Ik ben zo stoïcijns dat ik denk dat ik het zelf zou moeten kunnen, maar ik twijfel wel of ik het allemaal goed ga invullen.”
‘70 procent zoekt een adviseur op’
De kans is miniem dat een landbouwadviseur de komende weken tijd kan maken voor Smith. De adviseurs hebben hun handen al vol aan hun bestaande klanten. Hulpvragen van boeren die normaal zelf hun landbouwregistratie deden, kunnen er amper meer bij.
Jeroen van den Hengel, bedrijfskundig adviseur bij Alfa Accountants en Adviseurs, ziet dat boeren zich massaal tot adviseurs wenden. “De laatste jaren deed de helft van de boeren zelf de registratie, de andere helft deed dat samen met een landbouwadviseur. Ik denk dat dit jaar zeker zeventig procent een adviseur opzoekt.”
Ieder jaar worden Nederlandse boeren gevraagd om tussen 1 maart en 15 mei de boerderij in kaart te brengen. In de zogeheten Gecombineerde landbouwopgave, ofwel meitelling, geeft een boer zijn gewaspercelen aan en wat hij op deze percelen verbouwt. Zo kan de boer aanspraak maken op mestruimte en subsidie uit het Europese Gemeenschappelijke Landbouw Beleid (GLB).
Een monsterklus
Normaal een formaliteit, is de Gecombineerde opgave dit jaar een monsterklus. “Dat komt door de optelsom van drie veranderingen”, zegt Van den Hengel. “Er is een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, vanaf dit jaar moeten we bufferstroken intekenen en boeren krijgen te maken met een nieuw systeem voor perceelsgrenzen: de Basisregistratie Grootschalige Topografie.”
De beleidsveranderingen zijn goed bedoeld. Dat zien Smith en Van den Hengel ook. De nieuwe regels beloven de waterkwaliteit te verbeteren of de landbouw natuurinclusiever te maken. Ook zullen ze bijdragen aan een eerlijke betaling aan boeren. Elke afzonderlijke regel is goed uit te leggen, maar door het totaalpakket zien veel boeren door de bomen het bos niet meer. Te midden van weifelende stikstofpolitiek en uitstel in het landbouwakkoord, was meer onduidelijkheid wel het laatste wat ze kunnen gebruiken.
Grenzen registreren
Voor Smith gaat het meeste werk in de Basisregistratie Grootschalige Topografie zitten. De Nederlandse overheid wil dat alle departementen gaan werken met dezelfde informatie over landgebruik en dus wordt er van de boer gevraagd hoe deze gebruiksgrenzen precies liggen.
Veel grenzen van percelen, landschapselementen en bufferstroken rondom een sloot worden automatisch in de webapplicatie ingetekend, maar niet altijd correct. Smith laat zien wat er gebeurt als hij de landschapselementen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) overneemt: “Kijk, ik mag deze hele sloot registreren, ook al ligt die twintig meter buiten mijn eigen perceel. En daarbij is de sloot van het waterschap.”
‘Je bent al gauw een kwartier per perceel bezig’
En dus moet Smith het slootperceel bijsnijden. Omdat het overgebleven deel van de sloot voor de helft van de buurman is, moet het perceel nog eens doormidden. “Je bent al gauw een kwartier per perceel bezig. Voor één perceel is dat niet erg, maar het wordt vervelend als je dit 200 keer moet doen.”
Als bestuurslid bij Boerennatuur en bij LTO Noord weet Smith hoe de vork in de steel zit, zou je zeggen. Toch heeft het hem al dertig uur gekost om zich in te lezen en de eerste percelen in te tekenen en aan te passen. “Ik ben eigenlijk nog amper begonnen. Ik verwacht in totaal zo’n zeventig uur hieraan kwijt te zijn, voor mijn bedrijf en dat van mijn vrouw.”
Meerdere groene potjes
Volgens Smith is het dit jaar essentieel om alle regelingen te doorgronden. Onder het oude GLB was hij lid van een collectief voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Op zijn boerenbedrijf gaf hij ruimte aan de natuur en kreeg hiervoor vergoeding. Naast deze collectieven zijn in het nieuwe GLB punten voor eco-activiteiten te verdienen.
Deze punten worden weer vertaald naar een bronzen, zilveren of gouden status per bedrijf. Elke hogere status levert een hogere eco-premie. Smith moet per eco-activiteit uitzoeken waar de twee groene regelingen elkaar bijten en waar ze elkaar aanvullen. Want geld ontvangen uit twee potjes, dat mag niet.
“Een boer moet zich heel goed inlezen en bepalen wat het meest optimaal is,” vertelt landbouwadviseur Van den Hengel. “Blijft hij in het agrarisch natuurbeheer en ontvangt hij zes jaar lang een vaste vergoeding? Of is het interessanter om zijn duurzame bedrijfsmaatregelen te laten meetellen voor eco-punten, om daarmee misschien net op het zilveren of gouden vergoedingsniveau te komen?”
Verwarring over breedte buffers rondom sloten
Dan is er nog de afschaffing van de derogatie, de uitzonderingspositie die Nederland in de EU had om extra mest uit te rijden. Nederlandse boeren moeten nu bufferstroken rondom sloten intekenen en registreren. Die buffers mogen niet worden bemest. Hoe breed die moeten zijn, verschilt per type sloot. Eerder dit jaar bleek dat de RVO de sloottypes niet goed in beeld had, met verwarring over de juiste breedte van de buffers tot gevolg.
Gaandeweg verandert en verduidelijkt RVO een aantal subsidieregels. De veranderende beleidskaders en subsidieregelingen doen een schepje bovenop de enorme administratieve opgave. Voor boeren en landbouwadviseurs een bron van onzekerheid. Van den Hengel ziet dat veel adviseurs hierdoor de handdoek in de ring gooien.
‘Het wordt zo complex, we stoppen ermee’
“Voorheen waren er tal van adviseurs die boeren hielpen bij de Gecombineerde landbouwopgave. Denk aan adviseurs van voerleveranciers of kleinere advieskantoren. Veel hebben dit jaar gezegd: ‘Het wordt zo complex, we stoppen ermee. Dit wordt ons te veel risico.’ Door de grote onzekerheid durven ze hun hand niet meer in het vuur te steken voor hun advies.”
Het is niet alleen de toegenomen registratielast, maar ook de onzekerheid waardoor landbouwadviseurs het niet meer bij kunnen benen. Boeren en hun adviseurs krijgen dit jaar niet tot 15 mei, maar tot 15 juni de tijd om hun Gecombineerde opgave rond te krijgen. Maar gaat het voor die nieuwe deadline wel lukken?
Agrarisch adviseurs zijn veel gewend, wil Van den Hengel gezegd hebben. En hij wil niet het beeld laten ontstaan dat de adviseurs piepen, ze weten wat het is om lange dagen te maken. Na alle mitsen en maren komt het hoge woord eruit: “Nee, we kunnen het niet. Al vanaf dag één maken we overuren en werken we in de avond. Vrijwel dagelijks hebben we te maken met storingen, onduidelijkheden, vragen over inhoudelijke wetgeving waar nog antwoord op moet komen. Het werk van boeren en hun adviseurs is simpelweg niet goed te doen.”
De complexiteit gaat niet per se gepaard met maatwerk ziet Van den Hengel. Nu overlapt de ecoregeling uit het nieuwe GLB met het agrarisch natuurbeheer en de mestregelgeving. Volgens de landbouwadviseur moeten die uitdijende beleidskaders versimpeld worden, of in ieder geval beter op elkaar afgestemd. Voor dit jaar hoopt hij op iets meer coulance in de beoordeling van de aanvraag. “Het is onze oproep om het mogelijk te maken dat boeren na hun deelnamemelding eventuele fouten kunnen herstellen in de definitieve GLB-aanvraag. Zo zorg je dat boeren de vergoeding krijgen waar ze recht op hebben. En door aan te geven dat dit jaar een leerjaar is, kun je adviseurs en boeren ontlasten en zorgen wegnemen.”